De website van Rodney Rijsdijk

Rodweek 231 Duo Lingo

Deel dit verhaal

Toen ik een jaar of zeven was kreeg ik een voetbal voor mijn verjaardag. Ik wilde heel graag vrienden willen worden met de bal maar de bal en mijn voeten spraken bepaald niet dezelfde taal. Er zat een universum van verschil tussen wat ik wilde en wat ik kon met de bal. We begrepen elkaar niet. Nou kun je met veel oefenen en trainen ook ver komen, maar natuurlijke aanleg helpt veel. En die had ik niet. Je hoefde geen kenner te zijn om te zien dat ik een compleet talentloze voetballer met de techniek van een cornervlag was. Terwijl ik zo gek was en ben van voetbal. Ik hield als kind echt alles bij, had al jong een encyclopedische kennis en sliep soms letterlijk met mijn voetbal. Ik vind het jammer maar troost me met de gedachte dat minimaal 95 % van de stadionbevolking er ook geen bal van kan.

Ik was verliefd op de bal, maar de liefde tussen de bal en mij was dus bepaald niet wederzijds. Ik kon aanmerkelijk beter over voetbal lullen en schrijven dan het zelf beoefenen. Boeken, een pen en een schriftje begrepen mij beter, daar kon ik mee lezen en schrijven. Taal heeft souplesse en beweegt makkelijk. Dat heb ik ook al niet in mijn basispakket, maar ik heb gelukkig wel een lenige pen. Al ben ik ook als schrijver geen natuurtalent. Dat talent heb ik gewoon ontwikkeld door heel veel te schrijven. Ik kan bijvoorbeeld met bewondering kijken naar schrijvers bij wie de metaforen als water uit de kraan uit hun pen stromen. Maar de Nederlandse taal werd langzaam maar zeker mijn favoriete speeltje en ik werd er steeds beter in. Ik schreef dagelijks, hield geheime dagboekjes bij en op school werden mijn opstellen of werkstukken toen ik wat ouder werd doorgaans met vreugde ontvangen door docenten. Ik mocht er ook soms iets langer over doen omdat ze wisten dat ze iets goeds te lezen kregen.

In mijn moerstaal druk ik me zoals iedereen het beste uit. Buiten de grenzen ben ik geen talenwonder, gewoon gemiddeld. Ik spreek goed Engels en red me redelijk met Duits. Bij de Latijnse talen werd het lastiger voor me. Toen ik op school een vakkenpakket mocht kiezen bonjourde ik Frans als eerste het trottoir op: tout-de-le-doqui en tot nooit meer au revoir. Die taal was als puber totaal niet aan mij besteed. Ik vond het een rottaal die zeker niet Rod’s taal was. Blij dat ik daar vanaf was.

Mijn vriend Ramses is wel een echt talenwonder. Zet de man ergens neer en binnen no-time spreekt hij de taal. Naast Nederlands, Engels en Duits spreekt hij ook vloeiend Hongaars omdat hij daar een tijdje heeft gewoond en er nog vaak verblijft. Maar toen ik ooit met hem in Frankrijk was bleek hij, ook tot zijn eigen verbazing, zich uitstekend te kunnen redden in het Frans. Hij had die taal al sinds de middelbare school niet meer gesproken. En als je hem een maand in Spanje neerzet dan spreekt hij ook in rapido tempo Spaans, daar ben ik van overtuigd. Ik ben ook vaak in Spanje geweest, maar veel verder dan het ontcijferen van de menukaart en het bestellen van een drankje kwam ik nooit.

Maar daar is nu verandering in aan het komen en zo belanden we aan bij mijn nieuwe verslaving: Duo Lingo. Duo Lingo is een app die je helpt om spelenderwijs een taal te leren, of in elk geval een goede basis daarvan. Omdat ik Spaans al mijn hele leven zo ‘bello’ vind klinken heb ik voor die taal gekozen. En zoals het met alles in mijn leven gaat: zodra het ‘ik-vind-dit-leuk-virus’ in mij is wakker gekust is er geen houden meer aan en neemt de mateloosheid bezit van mij. Dan ga ik gelijk in de hoogste versnelling. Geen amateurwerk. Veel mensen volgen elke dag een of twee lesjes om langzaam in de taal te groeien, maar ik volg er dan gelijk minimaal tien op een dag. Het is dat ik ook nog andere bezigheden heb op een dag anders had ik die hele cursus er allang doorheen gerost. Ik heb mijn meisie ook aangestoken. Zij doet de cursus Frans. Maar dan op een wat minder hysterisch tempo.

In voetballen zou ik ook met oneindig veel oefenen en trainen nooit zelfs maar redelijk zijn geworden. Daarvoor ontbeerde ik gewoon elke vorm van talent. En als ik zie dat ik ergens toch niet op z’n minst redelijk in kan worden dan vind ik er niks aan en stop ik er mee. Zo ook met voetballen. Een taal kun je op z’n minst redelijk leren spreken, schrijven en begrijpen als je veel oefent.

Ons dagelijkse ochtendritueel heeft er een nieuw onderdeel bij gekregen. Zodra ik wakker ben (ik ben meestal als eerste wakker) maak ik koffie voor mijn betere helft en daarna kruip ik nog even terug de sponde in om een paar rondjes Duo Lingo te doen. Zodat mijn dame dan ineens wakker schrikt als ik mijn spraaklessen oefen. ‘’Yo soy Rodney, quieres un café?’’ Nou, zeg dan nog maar eens ‘no’ als ‘Tio Rod’ met zijn ontplofte ochtendkapsel en zijn zoetgevooisde stem zo tegen je praat.

In de jaren tachtig had je ook van die taalcursussen op TV, zeg maar de oerversie van Duo Lingo. Ik herinner me nog de Chinese cursus die ‘Ni Hao’ heette en de Spaanse cursus heette ‘Por Favor’. Die Spaanse cursus is in de jaren 90 overigens briljant gepersifleerd door Arjan Ederveen en Tosca Niterink. Gun je zelf straks even vijf kostelijke minuten om het te zien als je het filmpje niet kent.

Ik ben nu na een maand dus al bijna halverwege die Spaanse cursus en ik zie nu al tegen het einde op. Maar rustiger aan doen is natuurlijk geen optie. Het is net als met een goed boek: als het verhaal me meedogenloos in zijn tentakels heeft gevangen dan kan ik blijven doorlezen en dan baal ik dat ik het boek ‘en un momento dado’ (Spaanse taalvondst van Johan Cruijff die letterlijk ‘op een gegeven moment’ betekent. Die uitdrukking kenden ze niet in het Spaans, maar dit terzijde) eindig blijkt te zijn.

En dan ga ik weer door naar de volgende taal. Misschien wel Hongaars. Ik ben vaker in Budapest geweest dan in welke andere stad buiten Nederland ook, dus misschien is het wel eens leuk om iets meer te kennen dan de menukaart, wat basiswoorden en het Hongaarse woord voor vrouwentijdschrift: nöklapje..

En wie weet ben ik dan over een tijdje wel een soort nieuwe Ivo Niehe die ongeveer zestien talen spreekt.

Ik ga nog maar eens lesje doen. Los ballos!

Eén reactie

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees ook: